vrijdag 26 juli 2013

De Huurmoordenaars - De Donkere Grot - Hoofstuk 1

Hoofdstuk 1
  
We lopen door de straten van de hoofdstad van het rijk, waar ik ben op gegroeid.
Op weg naar de markt, om eten te halen, de markt is een kleine vijf minuten lopen.
We hebben een huis, midden in het kasteel vlak bij het paleis van de koning.
Mijn vader is goed bevriend met koning Tom, en is hoofd-commandant van de Elite Eenheid,
dat is een speciale eenheid uit ons leger die al vele successen heeft behaald.
Ik droom er van om ooit in een van de drie afdelingen terecht te komen.
'Otto?' Hoor ik iemand achter me roepen, ik was in gedachte verzonken, en ik wordt in een keer weer wakker.
Mijn vader draait zich instinctief om naar de boodschapper. 'ja wat is er?' Vraagt hij aan een boodschapper van de koning.
Allebei staan ze stil om te praten.
'de koning wil je spreken het heeft nogal haast volgens mij.' Antwoord de boodschapper vriendelijk.
Otto denkt even na en besluit het uitstap je naar de markt maar even aan zijn zoon over te laten.
'Oké ik ga gelijk naar hem toe!'
Hij draait zich om naar mij 'wil jij even alleen naar de markt gaan? Zo te horen heeft dit haast.'
'Is goed tot zo meteen' ik draai me om en loop verder richting de markt.

'Binnen!' Roept koning Tom.
Een van zijn bediendes deed de deur open en Otto liep naar binnen, hij komt terecht in een grote zaal, niet erg koud maar zeker ook niet warm te noemen.
Ik zie de koning aan zijn bureau zitten met een stapel papier voor zijn neus, ik zie een kaart van het rijk op zijn bureau liggen.
In het midden de hoofdstad waar wij ons bevinden, in het hoge noorden niks meer dan bergen met twee steden.
In zuiden, zit het vol met rivieren, rare rivieren waarvan niemand weet of ze met de hand of door de natuur gemaakt zijn.
Er gaan genoeg legendes over, maar die worden door de meeste mensen niet gelooft.
In de rest van het ligt het vol met steden en dorpjes, de ene groot en de andere klein.
Maar het belangrijkste van allemaal is toch wel het oosten, waar een gigantische grot is.
Als je aan de andere kant wilt komen moet je door de grot, of over zee, als je uit de grot komt zie je een eiland beschermt door een rivier.
Lang geleden, kwamen de vijanden daar vandaan, ze veroveren het oosten wilde een aanval doen op de hoofdstad, ze hebben deze met moeite kunnen afslaan.
En om te voorkomen dat ze in een volgende oorlog zullen gaan verliezen zijn de Elite Krijgers opgericht.
Een Elite groep die bestaat uit achtenveertig man, twaalf boogschutters, twaalf ridders en de belangrijkste van allemaal de vierentwintig krijgers die allebei de wapens moeten kunnen gebruiken.
Iedereen hoopt er van in deze Elite Eenheid te komen, en het is een ontzettende eer, alleen de allerbeste komen daarin.


Hij kijkt rond in het kantoor van Tom, natuurlijk is hij hier al veel vaker geweest en weet hij het meeste wel, maar hij zag een wapenrek hangen, op een meter of vijf va Tom vandaan die hij nog niet eerder gezien had.
Voor de veiligheid denk ik, maar wanneer heeft hij dat nou weer nodig?
'u wilde mij spreken?' Vroeg hij tenslotte op een nette manier ook al is hij een vriend van Tom, het is en blijft de koning.
'Ga zitten,' zei Tom terwijl hij naar een stoel wees. 'ik wil je inderdaad spreken.' Hij knikte en keek een beetje rond.
'Er gebeuren namelijk rare dingen in het oosten de laatste tijd.' Hij wees naar de grot op de kaart.
Otto schrikt, en blijft even stil. 'Je denkt toch niet dat...' Verder kwam hij niet want de gedachte was ondragelijk, sinds tijden leefde ze weer in vrede en dat wilde hij graag zo houden.
Tom knikte 'dat denk ik wel, zo komen terug, en met meer nu.'
'Dan moet de verdediging van het rijk gauw aangescherpt worden' zegt Otto haastig en in paniek.
Otto probeert rustig te worden, en even een op adem te komen in stres kunnen we niks.
hij neem een slok water, uit een glas dat voor hem staat, en Tom net gevuld heeft.
Even is het stil, tot Tom weer begint. 'En ik wil jou vragen om...' De koning was nog niet uitgepraat of de deur vloog open.
Er stond een man in de deuropening, met een zwaard in zijn handen, klaar voor een gevecht om leven en dood.
Hij rende naar voren op de koning af en had geen aandacht voor andere in de zaal Otto en Tom rende allebei in angst naar het wapenrek en pakte allebei een zwaard, ze waren allebei goed getrainde krijgers en konden snel handelen.
Maar hij was immers alleen en hun met ze tweeën, althans dat dachten ze.
Ze hielden de zwaarden in de aanslag toen er nog 2 mannen binnen kwamen rennen, een met een zwaard in zijn handen en een met een boog die al een pijl klaar legde.
Otto rende op de man die als eerste binnen gekomen was af, terwijl Tom een schild pakte om zich tegen de pijlen te verdedigen.
Ook al wist Tom dat deze aanval op hem gemunt was, ze zouden Otto niet in leven laten, om alles na te vertellen.
De eerste pijl vloog al richting Tom, en hij kon hem net op tijd afweren met zij Schild 'Otto, ze hebben een boog ik schakel hem uit!' Schreeuwde Tom richting Otto.
Hij pakte twee Mesen uit het wapenrek, en gooide er een recht naar de Boogschutter en een een meter naast hem.
de Boogschutter keek naar Otto om een goed gemikte pijl af te vuren zodat het drie tegen een zou worden, wat zelfs voor de beste krijger, in deze positie niet te doen was.
Dus had het pas op het laatste moment door dat er een mes naar hem toe kwam en sprong instinctief naar recht waardoor hij geraakt werd door het tweede mes, hij gilde van de pijn en viel half dood neer, niet bewusteloos maar hij had te veel pijn om nog mee te doen aan dit gevecht.
Nu waren de kansen heel anders voor Tom en Otto het was twee tegen twee, ze waren alle vier goed, maar Tom en Otto waren zeker beter.
De andere twee huurmoordenaars waren met Otto in gevecht, Tom rende naar hem toe om hem te helpen, want als ze Otto zouden kunnen uitschakelen zou het nog moeilijk voor hem worden.
Nog een meter of toen en dan kon hij zijn vriend te hulp schieten.
Otto was aan de verliezende kant, want ook al was hij beter dan een twee kon hij er niet aan.
Hij moest er een uitschakeling want hij werd te ver naar achteren gedreven, hij ving de klap op van de ene.
Sprong naar voren en stak zijn zwaard voorruit, recht in de maag van de ene zwaardvechter.
Hij viel neer en hij bloedde als een rund, hij stroomde eruit en Otto focuste zich op de laatste overgebleven.
Tom kwam aanlopen en zag een van de twee kreunend op de grond liggen, hij hief zijn zwaar op en staak hem recht in zijn slachtoffer die hulpeloos op de grond lag, Hij was morsdood.

De andere huurmoordenaar was in gevecht met Otto, hij blokkeerde de slag van Otto en deed een simpele uitval die Otto makkelijk blokkeerde Otto deed een harde uitval die de huurmoordenaar met al zijn kracht blokkeerde, Otto verloor bijna zijn evenwicht en daar maakte de huurmoordenaar flink gebruik van, want de huurmoordenaar gaf hem een keiharde trap en hij viel op de grond.
Hij deed alsof hij bewusteloos was waardoor de huurmoordenaar zich op Tom focuste.

Tom liet een glimlach zien voor het af maken van het werk van zijn vriend Otto.
Wat is hij toch goed. Dacht hij.
Maar die glimlach verdween, als sneeuw voor de zon toen hij een mes voor zijn keel zag.
De ramen waren op en het zonlicht weerkaatste op het scherpe mes.
'Zo als zelfs de koning vermoord wordt die in een goed beveiligd paleis woont, zal iedereen wel bang worden voor ons' zei de huurmoordenaar met een kwaadaardige grijns.